Als je baby slaapt… Gas erop! Of toch niet?
Als een ninja sluip ik de trap af. In mijn hoofd ziet dat er zo uit: elegant, soepel en in een smetteloos zwart pak. De werkelijkheid: een krampachtig loopje, verhit hoofd en een zwart shirtje vol witte spuugvlekken. Wanneer ik met mijn tenen de volgende trede raak, volgt er een luid kraakconcert. Verstijfd blijf ik staan. Met ingehouden adem wacht ik een huiltje af. Het blijft stil.
Zou ze dan eindelijk slapen? Ninja-achtig loop ik verder de trap af. Beneden check ik meteen het scherm van de babyfoon. Jaaa, ze slaapt! Noor’s lieve hoofdje ligt opzij gedraaid, haar armpjes omhoog. Ik glimlach naar het scherm.
Vanaf nu heb ik ongeveer anderhalf uur. Gas erop! Zoveel te doen! Zo. Weinig. Tijd. Wat eerst? De was? Stofzuigen? Konijnen schoonmaken? Of toch eerst maar gaan strijken? Damn, ik moet ook nog een les voorbereiden voor vanavond. Dat eerst maar dan. Hup, babyfoon mee, terug naar boven. Richting sportkamer nu. Eerst die trap weer natuurlijk. Geen gekraak deze keer. Ik steek de overloop meteen over naar mijn domein. Muziek aan (heel zacht!) en aan de slag. Oh, wacht! Zal ik eerst maar even een was aanzetten? Hij kan maar draaien, toch?!
Ik raap allerlei kledingstukken bij elkaar en haal de wasmand op onze slaapkamer leeg en –pats- de deksel van dat ding klapt hard naar beneden. Verschrikt (want ze slaapt!) luister ik of ik iets hoor. Niks. Of toch? Voorzichtig loop ik naar de babykamer. Met mijn oor tegen de deur geplakt, sta ik te luisteren. Het blijft stil. Dan klinkt er een oorverdovend (oké, dat is lichtelijk overdreven- maar toch) schel geluid. Telefoon! Er staan twee telefoons in huis, dus het duo galmt vrolijk van beneden tot boven. Ik haast me naar het dichtstbijzijnde exemplaar op de werkkamer en zie op het scherm dat het mijn moeder is.
‘Sttt, mam! Ze slaapt net!’ neem ik sissend op. Natuurlijk snapt mijn moeder dat. Ze is immers moeder. We kletsen (zachtjes ja!) over van alles en nog wat en voordat ik het weet zijn we drie kwartier verder. Ik zeg dat ik nu echt moet ophangen (want zoveel te doen) en rond het gesprek af.
Wat ging ik nou ook alweer doen? Och ja, de was. Maar voordat ik de werkkamer verlaat, zet ik eerst even de computer aan om een begin te maken aan dat ene artikel dat deze week af moet zijn. En daar kan best een kop thee bij. Die ga ik eerst maar zetten want anders komt daar straks weer niks van. Naar beneden maar dan. Die trap voor de derde keer; bijna kraakvrij! Volgens mij slaapt ze gewoon door.
In de keuken vul ik de waterkoker en zet ‘m aan. Net wanneer het water gekookt is, hoor ik Noortje wakker worden. En niet een beetje wakker, maar echt wakker-wakker. Dag kop thee. Met een schuldgevoel loop ik de trap op. Want wat heb ik nou uiteindelijk gedaan? Helemaal niks! Zachte muziek ontsnapt uit mijn sportkamer, op de vloer van onze slaapkamer ligt de was op een hoop, de computer op de werkkamer staat doelloos te zoemen en het theewater staat af te koelen.
Maar wanneer ik de deur van Noortje’s kamer open doe en haar lachende gezichtje zie, glijd dat schuldgevoel meteen van me af. Ik til haar uit haar bedje en knuffel haar. Tijd om te knuffelen, de rest komt later!
Erg mooi geschreven! Leuk om te lezen!
Dankjewel Jw! In real life gaat het ook zo 😉 haha
Wat een verhaal, krijgt moesje nu een beetje de schuld? Je heb het weer geweldig verwoord. Knap hoor meisje. xxx
Haha, nee hoor mam! Maar het is wel erg grappig toch 😀 Lief dat je het gelezen hebt xxx
Dit komt me heeeel erg bekend voor allemaal!! Leuk beschreven!